Opdracht "Buta 65".
«Buta 65» Een uitzonderlijke opdracht voor een rouw buiten norm. |
Ontstaan.
U zult zich waarschijnlijk nog herinneren dat ik het geluk heb gehad in december 2005, om niet te zeggen de eer, het stoffelijke overschot van de Adjudant Vlieghe gedood en vermist verklaard te Kasaï in 1960 terug te vinden en naar het vaderland terug te brengen. De inslag van de nieuwtjes in de media van dit ongewone feit leverden onvermijdelijk herinneringen op in andere families en wekten bij hen pijnlijke hoop terug op, onbeholpen begraven in het proces van de nog blijvende rouw.
Via een schrijven vol hoop aan de Minister van Defensie, de families Allaeys, Bordon en Jacobs brachten hem ter herinnering dat weinig of niets werd ondernomen voor hun vader, tragisch verdwenen in Congo.
Uiteraard werd ik gelast contact op te nemen met de in rouw gedompelde families en hen te begeleiden in hun te nemen stappen met de militaire autoriteiten.
Op het zelfde ogenblik, door een gelukkig toeval, sloot de Commandant Vlieger Poly Stevens b.d. het volledig historische dossier af die enkele nadere bijzonderheden aan de dag legden aangaande het noodlottige lot van zijn drie wapen broeders en de waarschijnlijke plaats van de crash.
Buta 65: geschiedenis.
Enkele jaren na de onafhankelijkheid van Congo, terwijl in het Oosten van het land een bloedige opstand woede, waren een handvol militaire coöperators in dienst van de Force Aérienne Congolaise ( FATAC ). Deze Belgische piloten, met als basis Kisangani, vlogen voor de meerderen onder hen met de helikopters Piasecki H-21 B.
Het gaat hier over tweede hand vliegtuigen geschonken door de Verenigde Staten aan de president Mobutu.
In juni 1965 valt de Stad van Buta in de handen van de Simba rebellen en wordt verwoest. Gruweldaden worden ondernomen tegen de bevolking en een Gemeenschap van Belgische kloosterzusters wordt bedreigd. De huurlingen van Bob Denard die zo goed als mogelijk de orde in de provincie trachten te herstellen vragen hulp aan de FATAC voor de evacuatie van de al zeer beproefde zusters om ze in veiligheid te brengen.
Spijts de afschuwelijke weersomstandigheden stijgen de piloten Frans Allaeys, Bob Jacobs en Raymond Bordon met hun helikopter FG 378 op vanuit Kisangani met bestemming Buta.
© Michel Huart
Ze kwamen er niet aan …Ze keerden niet terug...
Van de wijs gebracht door een tropisch onweer maakt de helicopter rechtsomkeer en nadien, voor een onbekende reden, stort het neer in het ongerepte oerwoud, zoals een oceaan van vijandig groen, en verzwolg het de ongelukkigen.
Op die dag om 7 Hr 00 zoulou, een bericht zelfs niet alarmerend zet de tijd stil van drie families. Bij gebrek aan nadere berichten houden ze zich gedurende 45 jaren vast aan het kleinste teken van hoop.
Buta 65: de beslissing.
Na veel onderhandelen en veel voorbereiding vraagt de Minister De Crem aan de Generale Staf een actie plan op te stellen voor de opzoeking van het wrak van de helikopter FG 378 en een verkenning uit te voeren voor wat men vanaf nu de Crash-Site zal noemen.
In 2010 is de opdracht toegewezen aan het 2 Bataljon der Commando’s en zeer normaal krijg ik de opdracht om dagelijks als tussenpersoon te dienen tussen het detachement opzoekingen in de R.D.C. en de families die in België van trappelen van nieuwsgierigheid.
Dank zij de nieuwe technologie duikt de dagelijkse Sit-Rep aangevuld met foto’s uit de la jungle op, via Flawinne bereiken ze in reëel tijd de nabestaanden van de verdwenen piloten.
Buta 65: de opdracht.
Het manoeuvre plan van de Majoor Landas kan in 10 punten samengevat worden.
Eerste ETAPPE: de achterwaartse basis te KISANGANI.
Een internationaal vliegveld ter beschikking, Kisangani, zal het vertrekpunt zijn van elke expeditie in de equatoriale provincie. Het is de enige Stad in de streek die de bevoorrading in brandstof, water en voedsel toelaat. Men vindt er ook de gehuurde voertuigen nodig voor de safari.
Tweede ETAPPE: de weg KISANGANI-BANALIA
©Lt Lievens/DGcom © Doc Vandereyhen/Hmra
In de R.D.C., een verplaatsing van 130 Km zal zeker veel verrassingen beloven!
Derde ETAPPE: de vooruit geschoven basis van BANALIA
Een deel van het detachement bivakeerd in de gebouwen in opbouw van de C.T.B. ( Coopération Technique Belge ) daar waar de anderen zich in de lokalen van de parochie Saint-Elisabeth zijn gehuisvest.
Te Banalia vervoegt een sectie Congolese Commando’s de Belgische Commando’s die in samenwerking de raid in het equatoriale woud zullen uitvoeren.
In het dorp worden ook een dertigtal dragers aangeworven voor het aanbrengen naar het objectief van: houwelen, zeven, detector van metalen, materieel voor de verbindingen, camera en... een plooibare draagberry op wielen
.
Vierde ETAPPE: de verkenning en MOTO’S
Om de uitvluchten en de vergissingen te vermijden worden de richtpunten per moto uitgevoerd.
Vijfde ETAPPE: oversteken van de rivier ARUWINI
( 600 meters breed )
Drie onderrichters van de sectie amphibie van Marche-Les-Dames verzekeren en organiseren een ferry voor het oversteken van deze gevaarlijke bijrivier van de Congo stroom.
Tegen een kleine matabiche vervoegen een aantal inheemse prauwvoerders de manoeuvre.
© Doc Vandereyhen/Hmra ©1 CC Lebrun/2Cdo
Zesde ETAPPE: de primitieve weg van BANALIA naar het woud
Om in alles te voorzien en te vermijden tijd te verliezen in geval van een MEDEVAC, moet de primitieve weg vanaf de rivier tot aan het oerwoud bruikbaar worden gemaakt.
Zoals de pioniers van het Vreemdelingen Leger, een ploeg houthakkers baant een weg voor de L.U.V. Zij snoeien, zagen af en bouwen noodbruggen om de colonne toe te laten de laatste 33 kilometers te overbruggen leidende tot aan de jungle.
© Michael Lefebvre/2Cdo
© Lt Lievens/DGcom
Zevende ETAPPE: de vordering in het woud
Gedurende 5 dagen, langs berg en dal kronkelde de karavaan zich tussen de lianen, baomba’s en van struikgewas naar riviertjes. Bivakkeerden nu eens in een klein jagerskamp en de dag nadien neergekropen in een kleine open plaats in het woud met laag struikgewas.
© Doc Vandereyhen/Hmra ©I CC Lebrun/2Cdo
© Peter Tertoy/6GpCIS © Doc Vandereyhen/Hmra
Achtste ETAPPE: de fouillering van de CRASH-SITE
Op 3 december komt de expeditie aan op de crash-site.
Gedurende twee dagen herscheppen de raidmannen zich in archeologen...Ze ontginnen de zone daarna fouilleren ze de sponsachtige ondergrond.Ze identificeren en maken een repertorium op van elk stuk van de FG-378 waarvan het geraamte zorgvuldig in stukken werd gesneden door de lokale “ opgravers “ ( = handelaars in oud ijzer ) steeds op zoek naar plaatijzer en mineralen.
Vooraleer het kamp te verlaten brengt het detachement een laatste eerbetuiging aan de verdwenen vliegeniers voor wie hun enige rustplaats de Groene Hel is.
© Lt Lievens/DGcom © Stéphane Simmons/2Cdo
© Stéphane Simmons/2Cdo C Lt Lievens/DGcom
Negende ETAPPE:de verzameling en terug stroomopwaarts varen van de stroom
De heenweg had meer tijd gevraagd dan voorzien en om de terugweg in te korten werd beslist de groep langs de rivier terug te halen.
De frogmen’s van het CECdo verkennen de boorden van de rivier en installeren hun opvangpost in een schamel vissersdorpje, tussen de samenloop van de Aruwimi en de Loki.
In twee dagen brengen de binnenschippers het verstijft en vermagerd personeel van deze uitzonderlijke expeditie terug naar Banalia. Voor de afstand van 52 Km is er 6 uren navigatie nodig voor elke reis.
© Doc Vandereyhen/Hmra
Tiende ETAPPE: de herontplooiïng
Zoals beloofd en ter dankbetuiging voert het detachement nog twee CIMIC projecten in de streek: een materiele hulp voor de bouw in de parochie van Banalia en een gift van geneesmiddelen aan de ingeplante polikliniek aan de rand van het woud...
Zonder te vergeten dat de open gemaakte primitieve weg werd omgedoopt tot de « National 4 » en het lokale verkeer zal vergemakkelijken.
Buta 65: de bijeenkomst voor het afsluiten van de rouw
Op 26 januari, met de hulp van Majoor Psycholoog Van den Berge, hebben we in de Basis van Koksijde een mooie informatie bijeenkomst georganiseerd ter intentie van de families der drie verdwenen piloten. Deze uitnodiging wilde een soort van afsluiten van de rouw betekenen. De vergadering was gebaseerd op twee principes die de rouwende families psychologisch konden helpen: de KENNIS en de HERKENNING.
DE KENNIS:
Indien dit zeer laat kan schijnen hebben we getracht de meest mogelijke inlichtingen te verschaffen aan de families aangaande de tragedie van 27 juni 1965.
De Majoor Vermeulen-Perdaen van de « Aviation Safety Directorate (Beauvechain) », gespecialiseerde in luchtrampen heeft dusdanig zijn expertise voorgedragen van de stukken van de FG 378 teruggebracht vanuit Congo door de Commando’s.
Was aanwezig Michel Huart, een liefhebber geschiedschrijver goed op de hoogte aangaande de Belgische Luchtmacht in Congo.
Werden ook uitgenodigd, enkele getuigen van de gebeurtenissen in 1965, enkele anciens piloten van de FATAC. In die tijd hadden ze de opzoekingen via de lucht uitgevoerd. En steeds spotvogels, vier huurlingen van Bob Denard die klaar waren de juiste veiligheid situatie van de opdracht te bewijzen die fataal werd voor de drie Belgische piloten.
Voor de aanvang van de bespreking heeft de DGCom de film vertoond gemaakt gedurende de expeditie van november 2010 en de Majoor Landas heeft een publieke debriefing gegeven van de opdracht.
DE HERKENNING:
Na het debat, de Heer De Crem, door een gelegenheidstoespraak, heeft hulde gebracht aan de drie slachtoffers van de humanitaire opdracht van juni 1965 en heeft de getrouwheid van de families en de anciens geprezen die gedurende lange tijd de waarheid wilden kennen.
Het voornaamste woord is, gisteren zoals vandaag, zijnde:
« We laten onze echtgenoten niet in de steek...We laten onze piloten niet in de steek! »
Na de catharsis van woorden was een uitwisseling van geschenken voorzien. De emoties laaiden op...
De DGCom heeft een copy geschonken van de video reportage, gemaakt gedurende de opdracht in Congo en een super album met foto’s als bewijs van de gedane inspanning door Defensie en voor het tot rust brengen van de drie families. Het 2 Bataljon der Commando’s heeft van zijn kant uit herinnering platen geschonken vervaardigd met enkele gevonden stukken op de crash-site.
© M. Quertemont |
Nadien hebben de genodigden, zestig leden van de families en dertig anciens, op de toon van een Cornemuse de militaire autoriteiten gevolgd voor het neerleggen van bloemen aan het monument opgericht ter herinnering aan Frans Allaeys, Raymond Bordon et Robert Jacobs.
Tekst: Padre Michel Quertemont Vrije vertaling : Hubert Pauwels |